Rubber aftappen in Kerala

“Onze 500 rubberbomen zijn klaar om afgetapt te worden”, zegt zuster Anne-Marie Dierick van de Salvatorianessen in Hasselt. Deze congregatie zorgt in het Indiase Kerala voor een school voor geestelijk gehandicapte kinderen. Bovendien voorzien de zusters ook naaiateliers voor arme vrouwen.

 

Het verhaal begint bij de Salvatorianessen in de Indische stad Kerala. Deze zusters hebben een regionaal huis in Villoonni, in het aartsbisdom Changanechery. Hun apostolische activiteiten omvatten het beheer van een school voor geestelijk gehandicapte kinderen en ateliers om arme vrouwen op te leiden en een beroep aan te leren. Zo leren de vrouwen voor zichzelf op te komen.

 

Medezusters ondersteunen
“Als Belgische provincie van de Salvatorianessen hebben wij de belofte gedaan om onze medezusters in India te ondersteunen bij een heropstart van de rubberplantage. Zo kunnen ze, door de ondersteuning van ons allen, hun school voor bijzonder onderwijs uitbouwen en jonge vrouwen opleiden tot goede naaisters,” aldus zuster Anne-Marie. Om één en ander te kunnen betalen zijn de zusters afhankelijk van de opbrengst van een rubberboomplantage. Wereld Missie Hulp en de Abdij van Averbode zorgen samen voor de financiering van een nieuwe opslagruimte, de renovatie van een oven en de aankoop van allerhande materialen.

 

Uitsluitend handwerk
“Wij zijn gedeeltelijk afhankelijk van de rubberbomen in Villoonni. Gedroogd rubber is namelijk kostbaar,” zegt zuster Anne-Marie. “Er staan 500 rubberbomen in onze kleine plantage en die zijn 7 jaar oud. Vanaf het achtste jaar zijn de bomen klaar om afgetapt te worden. Dat gebeurt via inkervingen en het opvangen van het melkachtig sap. Dit sap ondergaat verschillende bewerkingen en processen waardoor het hard en droog wordt en klaar is voor het vervaardigen van rubberproducten. Het gaat hier uitsluitend om handwerk. Er komen dus geen machines aan te pas. Het aftappen moet in de zeer vroege uren van de dag gebeuren. Zo kan meer van het sap worden bekomen. De kinderen en de dieren moeten wel beschermd worden tegen het sap, want het is giftig. Na een hele reeks bewerkingen ontstaan uiteindelijk vellen rubber die verkocht kunnen worden.”

 

Het kan nog beter
“De voorbije 10 jaar moesten we wachten tot de rubberbomen voldoende gegroeid waren. Ook werd er geen gebruik gemaakt van de zogenaamde rubberkamer. Het rubber raakte dus beschadigd en eveneens geraakten de materialen verroest en onbruikbaar,” aldus zuster Anne-Marie. “Alles moest hersteld worden. De rookruimte, om het bruine rubber te bekomen, en een brander werden vernieuwd en we moesten vaten aankopen.” Voor de Indiase regio is het van belang dat de productie van rubber terug wordt opgestart, omdat het een zelfondersteunend project is. Verder is de rubberprijs in Kerala een discussiepunt binnen de regering. “Een goede prijs zou 250 roepies per kilo zijn. De prijs is sterk gedaald naar bijna 100 roepies per kilo. Maar de regering biedt geen eerlijke prijs aan de boeren.”

Geen reactie's

Geef een reactie